Lees de Costa Blanca in vogelvlucht om te zien wat u er zoal kunt bezichtigen, kunt doen en wat er beleven is.
De Costa Blanca (Witte Kust) is sinds jaar en dag één van de meest populaire vakantiebestemmingen in heel Europa. Van Denia ten noorden van Benidorm tot aan Pilar de la Horadada, slingert deze kuststrook zich over 200 kilometers zuidwaarts. Met veel kilometerslange, ononderbroken zandstranden, afgewisseld met kleine baaitjes ingeklemd tussen rotsformaties, staat het garant voor geweldig strandvertier. Deze kuststrook aan de Middellandse Zee is bovendien gezegend met een prachtig klimaat. Warme, droge zomers met weinig regen en milde winters zijn een winnende combinatie. De aanwezigheid van vele zoutmeren bij Santa Pola, Torrevieja en op de grens met de Costa Cálida geven een extra injectie van gezondheid aan het klimaat.
De stranden aan de Costa Blanca hebben veel meer te bieden dan zonnebaden en zwemmen in de zee. Het arsenaal aan watersportactiviteiten breidt zich jaarlijks verder uit. Liefhebbers van duiken, snorkelen, surfen, jetskiën, peddelboarden, bananenboottrips en windsurfen kunnen op verschillende lokaties hun hart ophalen. Santa Pola, even ten zuiden van Alicante, heeft een naam opgebouwd als een paradijs voor met name windsurfen, kite flying en kite surfing. De omstandigheden voor deze sporten zijn daar min of meer ideaal.
Sport op een steenworp afstand van de stranden kan worden beoefend op een van de vele golfbanen. De Orihuela Costa, ten zuiden van Torrevieja, heeft op een afstand van enkele kilometers van elkaar vier golfbanen in de aanbieding.
Een leven voor Spanjaarden zonder fiestas is nauwelijks voor te stellen. Vrijwel alle dorpen, stadjes en steden vieren jaarlijks uitgebreid de feesten ter ere van hun lokale beschermheiligen. Vaak uitgesmeerd over vele dagen worden kleurrijke optochten en processies gehouden. Datzelfde gebeurt overal gedurende de Paasweek. Typerend voor de regio zijn de optochten van de Moren en Christenen. Deze vieren de overwinning eeuwen geleden van de Christenen op de Moorse overheersers. Met de meest creatieve en soms bizarre uitdossingen uit die tijd en de muziek van lokale orkesten zijn deze feesten een genot voor oren en ogen. Het seizoen voor deze feesten begint in april en eindigt in september. In de tussentijd worden tientallen lokaties aangedaan.
Ook landinwaarts heeft de Costa Blanca veel te bieden. Een populaire bestemming is Guadalest. Met ongeveer twee miljoen bezoekers per jaar is dit kleine bergdorpje (circa 250 inwoners) een aaneenschakeling van bezienswaardigheden. Alleen de ligging van Guadalest is al heel bijzonder. Verscholen achter en op een berg is het alleen via een tunnel te bereiken. De belangrijkste troefkaart is het kasteel, maar ook het fraaie dorpsplein, het schitterende stadhuis, het stuwmeer en vele musea onderstrepen waarom Guadalest zo veel toeristen trekt.
Het achterland heeft ook een ruime keuze aan pittoreske dorpjes met smalle straatjes geplaveid met kinderkopjes. Daar lijkt het soms alsof het leven bevroren is in de tijd van weleer. Soms is dat ook zo, want oude tradities worden hier nog volop in ere gehouden. Voor fietsliefhebbers is een tocht rond de het Embalse de la Pedrera zeer aan te bevelen. Dit turqoise gekleurde stuwmeer wordt omgeven door schitterende natuur. Wie het gevarieerde achterland op een geheel andere manier wil beleven, behoren ballonvaarten vanuit Elche tot een gewilde optie.
Wat eens een slaperig vissersdorpje was, is nu het belangrijkste toeristenoord ten zuiden van Alicante. Torrevieja kan niet bogen op het historisch belang dat steden als Elche en Orihuela onmiskenbaar hebben. Maar dat wordt ruimschoots gecompenseerd door de familievriendelijke visie van het stadsbestuur. In de transformatie van een vissersgemeenschap naar een wervelende toeristenbestemming, is duidelijk gekozen voor een elk wat wils filosofie. Voor de jongste bezoekers zijn twee waterparken een belangrijke trekker. Tieners hebben een ruime keuze uit verschillende discotheken en kunnen zich overdag uitleven met een reeks uiteenlopende watersportactiviteiten. De oudere generatie kan flaneren op de moderne boulevard en van tijd tot neerstrijken op een van de vele terrassen, of struinen op de dagelijkse toeristenmarkt.
Toch is het verleden niet voledig weggepoetst. Daarvan getuigen het interessante museum gewijd aan de belangrijke zoutwinning en de vele fiestas en festivals. Naast de.gebruikelijke fiestas (carnaval, paasoptocht, moren en christenen), staat Torrevieja ook bekend om de mei feesten die in Sevilliaanse sfeer worden gevierd. Er zijn maar liefst drie feesten gewijd aan lokale beschermheiligen: één voor heel Torrevieja (Maagd Rocio), één voor de wijk La Mata (Maagd Rosario) en één speciaal voor de vissers (Maagd Carmen).
Op muziekgebied heeft de stad twee troefkaarten. Het Habaneras muziek- en korenfestival is al 66 jaar oud en is inmiddels uitgegroeid tot een festival van internationale allure. Gehouden in de maand juli trekt het nu solo artiesten, kleine ensembles en vooral veel koren uit alle continenten. Ook als het gaat over popmuziek is Torrevieja intenationaal erkend. Grote sterren zoals Shakira, Duran Duran en R.E.M. hebben er inmiddels opgetreden.
Het stadje Orihuela is een beetje een vreemd fenomeen. Het beslaat twee gebieden, die op ongeveer 20 kilometer afstand van elkaar liggen. Het verschil tussen het stadje en de kuststrook, de Orihuela Costa, is een verschil van dag en nacht, van oud en nieuw. Waar de geschiedenis aan de kust enkele tientallen jaren teruggaat, dateren de eerste berichten over het stadje van de vijfde eeuw. Eens, in 825, was Orihuela zelfs de hoofdstad van het koninkrijk Tudmir. De stad was in het verleden dan ook invloedrijk genoeg om met succes een strook aan de Middellandse Zee als grondgebied te claimen.
Het zal daarom niemand verbazen dat het huidige stadje een rijke historie ademt.
Een wandeling door het middeleeuwse centrum voelt aan alsof je wordt teruggeworpen in de tijd met veel smalle, kronkelende straatjes en oude gebouwen, die lijken te roepen 'kijk naar mij'. Er is inderdaad veel fraais te zien, zoals de kathedraal, de Santa Justa y Rufina kerk, het Rubalcalva paleis en de barok kerk Santo Domingo. Niet voor niets is het centrum officieel uitgeroepen tot een 'historisch, artistiek en monumenaal gebied'.
De stad Elche, met ruim 230.000 inwoners, kan het beste worden samengevat in twee woorden: palmen en schoenen. Tegelijkertijd doet dat Elche tekort, want het heeft veel meer te bieden. Maar als het over palmen en schoenen gaat, is Elche recordhouder op beide fronten. Het palmenbos is veruit het grootste van het hele continent. Met naar schattting 200.000 palmen (hoofdzakelijk dadelpalmen) heeft het een plaats op UNESCO's World Heritage lijst verworven. Terwijl de dadelpalmen vroeger primair een agrarische functie hadden, worden zij tegenwoordig gebruikt voor de produktie van witte palmen. Deze worden tijdens processies op Palmzondag gebruikt en geëxporteerd over de hele wereld.
De schoenenindustrie is een belangrijke bron van inkomen. Met circa 1.000 fabrieken en fabriekjes is het de grootste producent van schoeisel in Europa en herbergt ook de grootste fabriek van het continent.
UNESCO heeft tevens het zogenaamde Mystery Play of Elche op haar lijst van belangrijk erfgoed geplaatst. Dit spectaculaire middeleeuwse drama wordt elk jaar in augustus opgevoerd en trekt bezoekers uit een zeer wijde omgeving. Eveneens in augustus worden de feesten van de Moren en Christenen gehouden. Elche is duidelijk een trekpleister voor mensen met interesse in geschiedenis. Veel bezocht zijn onder andere de basilica Santa Maria, het Altamira kasteel en de ondergondse Arabische baden.
Lees de Costa Blanca in vogelvlucht om te zien wat u er zoal kunt bezichtigen, kunt doen en wat er beleven is.