De castells, menselijke torens of piramides, zijn misschien wel het meest trotse symbool van Catalonie. In de noordelijke provincie rond Barcelona wordt deze unieke activiteit van het 'bouwen' van deze torens bloedserieus genomen. De deelnemers (castellers) oefenen net zo hard als professionele sporters om de perfecte torens te kunnen maken. En het toegestroomde publiek reageert met vergelijkbare heftige emoties als tijdens belangrijke sportevenementen.
De constructie van de mensentorens werkt volgens een nauwkeurig uitgewerkt principe. Allereers wordt de basis, de pinya, gevormd. Deze bestaat uit honderden castellers die nauw tegen elkaar gedrukt staan. Dat heeft twee doelen. Het is een stevige basis waarop de rest van de piramide kan worden opgezet. Bovendien werkt het, voor het geval dat de toren in elkaar stort, als een zacht kussen om de klimmers veilig op te vangen. Vervolgens klauteren de eerste klimmers vanaf alle kanten over de pinya naar het centrum om de eerste 'verdieping' te vormen. Afhankelijk van hoe hoog de castellers hun toren willen maken, kan die erste laag uit 3 tot ongeveer 6 mensen bestaan. En dan volgen de nieuwe lagen op dezelfde manier. Wat wel betekent dat er gaandeweg steeds meer voorzichtig moet worden geklommen. De apotheose is als een van de kleinste en lichtste castellers met een handgebaar laat weten dat de toren is voltooid. Dat is het moment dat het komt tot een emotionele ontlading van de menigte in de vorm van luid gejoel.
Dat er heel wat training vooraf gaat aan het maken van de castells is logisch. Een kleine misstap of wankeling van een casteller kan de hele toren volledig in elkaar doen storten. Om in sommige gevallen 10 verdiepingen over een hooge van ruim 12 meter te kunnen maken, moeten alle deelnemers uiteraard exact weten wat van hen wordt verwacht.
De traditie van de castells gaat terug naar het einde van de 18de eeuw. Het begon allemaal met kleinere menselijke torens in het Catalaanse stadje Valls. Niets wees aanvankelijk op de trotse en patriotistische gewoonte, die het voor de Catalanen eeuwen later zou worden. De castells waren in het begin weinig meer dan een circusact. De castellers waren vooral werklozen uit het arme zuiden van Spanje. Zij kwamen naar het rijkere noorden om een beetje geld te verdienen. Een betaald klusje voor mensen uit de lagere sociale klassen. Goedkoop vermaak voor het lokale publiek.
Met de langzaam groeiende populariteit van het toren bouwen, werd ook het competitie element ingevoerd. In de meeste dorpen en steden bestreden dan twee castell groepen elkaar om de eer wie de beste was. De castellers werden gefiinancierd door politieke partijen die of de monarchie of de republiek steunden. Pas na dood van Franco werd het het belangrijkste symbool van de Catalaanse identiteit. Niet zo vreemd daarom dat er regelmatig castells worden gebouwd tijdens pro onafhanklijkheidsmanifestaties.
De spectaculaire castells zijn van juni tot en met september vrijwel overal in Catalaanse dorpen en steden te bewonderen. Eenmaal in twee jaar is er in Tarragona een groot festival. Dan komen de beste bouwteams bijeen om de hoogste torens te maken.
In 2010 werden castells door Unesco uitgeroepen tot immaterieel erfgoed van de mensheid.