Menu
Kom ik op een morgen het kantoor binnen en word begroet met de woorden: Frieda wat weet je van Denia? Ik peins, zucht, krap m'n kop met mijn linkerpoot (knap he, probeer het maar eens mensvolk) en ratel mijn kennis af. Toeristenstad ten noorden van Alicante, prachtig kasteel, gezellige oude straatjes, allerlei overblijfselen van oude culturen, ideaal wandelen en fietsen in de natuur, veel feesten en... Dan word ik onderbroken met: Prima, maar fladder jij maar eens naar Denia om de minder bekende kanten van Denia te laten zien.
Eenmaal neergestreken in Denia ga ik op zoek naar musea. De beste plek immers om te leren wat er belangrijk is in een gemeenschap. Mijn oog valt op twee bijzondere musea. De eerste is een speelgoedmuseum. Mijn gedachten gaan meteen terug naar mijn tijd als kleuter-flamingo. Wij maakten in het zoutmeer modderballetjes waarmee we elkaar bekogelden. Vooral de altijd trage, kleine Fred Flamingo moest het ontgelden. Hij heeft heel wat modder in zijn veren gekregen. Maar Ik dwaal af. Op naar het speelgoedmuseum.
Wat ik daar hoor en zie is helemaal nieuw voor mij. Van 1900 tot 1960 was Denia volledig in de ban van de speelgoedindustrie. Het was zo belangrijk voor de lokale economie dat er maar liefst zo'n 40 speelgoedfabrieken waren, plus veel kleine workshops. In de eerste jaren werden er vooral speelgoedjes gemaakt van metalen. Toen later werd overgestapt op houten speeltjes explodeerde de groei van deze industrie. Denia's speelgoed was zo populair dat ook de export naar verre bestemminen een vlucht nam. Het museum brengt dat allemaal in kaart. De collecties bestaan onder andere uit auto's, vliegtuigen, zeilboten, paardenkoetsen, vrachtwagens en treinen. De meeste objecten uit vooral de gouden houtperiode zijn afgemaakt met prachtig schilderwerk. Rondlopend voel ik me weer terug in mijn kleuterjaren en vraag ik me weemoedig af hoe kleine Fred al dit speelgoed zou hebben gevonden.
Sinds de industrie in verval raakte is Denia ovegestapt op vooral visserij en tegenwoordig toerisme. Maar lang daarvoor, in de 19de eeuw, leefden velen in Denia van de rozijnenindustrie. Ook daaraan is een museum grotendeels gewijd. De rozijnenhandel en andere gedroogde vruchten was eveneens een internationaal succes. Helaas kwam daar na lange tijd een abrupt einde toen de ziekte van druifluis complete oogsten vernielde.
Een stuk wijzer over de minder bekende kant van Denia fladder ik weer naar San Pedro del Pinatar.
